Gedichten

Merel

De merel in de boom
Eet gretig de vlierbessen
Obaasam ziet toe

Kinderwelt

Munter ziehe ich meine Schuhe an,
sodass ich Schumann spielen kann.
Stiefel von Soldaten in Staccato,
trällernde Jäger laufen über das Piano.
Wilder Reiter galoppieren auf den Tasten.
Die Matrosen singen in den Masten.
So spiele ich von fremden Ländern und Menschen,
flügelleicht wie eine Elfe, ohne Grenzen.

Egelsonate

Een sonate wilde ik spelen, de rust werd plots verstoord
Bij de pedalen plavuusde een egel, oogjes vol glinstering
Clement schoof ik haar op een bats, ze ging er mee akkoord
Hoor de noten op haar zang, als ze smult van slak en engerling

Titanic

Dravend briesend paard
Dartelend door het leven
Moegestreden schim

Lieve Ida

56 jaar terug klom je achterop de Puch
Verstrengelde liefde, ruzie, hartstocht, nooit genoeg
Jij zorgzame zuster, lieve moeder, beminnelijke vrouw
Ook de kleinkinderen houden zielsveel van jou

Tevreden patiënten en collega’s liepen met je weg
Vanuit de schaduw zei jij “Hé, doe maar gewoon zeg”
Vol van reizen, kunst, Latijn, lezen, sudoku, de Trouw
Een beetje tuinieren, mede omdat ik dat graag wou

Je onderhield je contacten, was een steun in de branding
Je katten en kippen missen je, na je noodlottige landing
Lieve werkbij, maar ook een beetje onze koningin
Je leeft nu voort in onze harten en onze herinnering

Kerst in het klimaatjaar 2021

Ook dit jaar hielden velen de ogen sluitend, gewoon stuitend.
De tijd dringt voor het klimaat, de planeet wordt te heet, ze schroeit.
Ontbossing, overbemesting, asfalt, woestijn waar niets meer groeit. 
Nutteloze reizen met goedkope vluchten, veel gezuip, geen leuk uit-end.

Planten en dieren verdwijnen voor onze ogen, toch niet te geloven.
We eten er goed van, wetend dat velen moeten vluchten voor honger.
Hun water en hun land gebruiken wij voor bloemen of komkommer.
Het kind verdient beter, we mogen het niet van zijn aarde beroven.

Zo kan de kerst een keerpunt zijn, we kunnen samen veel herstellen.
Ieder op zijn of haar eigen manier; een tegel uit de tuin, meer op de fiets,
voedsel uit de eigen buurt, vegetarisch of gewoon minder vlees, dat is toch iets.
Minder vliegen, minder venijn, maar kinderen een betere toekomst voorspellen.   

Pien

Pardoes daar is Pien
aan Daf en Dan geschonken
begint nu aan haar reis

Primavera

smeltend vijverijs
traag ademende goudvis
snakt naar de lente

De crucifix

de zoon aan het kruis
vereerd misdadig gebruik
de pappa laat het toe

Saksisch carnaval

Woze leit te vozen
mit heur deuz in ’t Walhalla
bi Wodan mit sin bierkan
en ’t skuum oet sin fluut

Freya is ok blie ja
Mit heur steert op heure konte
En Donar dwoase blitsnar
Leit er fett baoven op

op de wijs van oze wieze woze

Schizofreen

Jakobien uit het grote gezin
getogen op de boerderij
een oudste in de kinderrij
in spin de bocht gaat in

begaafd op school zo naar verluidt
teruggetrokken, thuis aan het werk
gedreven op het orgel in haar kerk
uit spuit de bocht gaat uit

psychose, pillen, praten, behandelboeket
therapeuten, onmachtig, hun taak onvervuld
verslagen, na haar sprong van de flat

suïcide wordt in haar kerk niet geduld
de dominee brult doem en zonde in ’t gebed
Ouders staan hun hoofd gebogen in schuld

Louis

Rood tot ze doven
Achterlichten van de Trein
In Mist vertrokken

Mootje en Zen

de poes in de boom
een winterpeer zonder blad
loert naar de einder

Amai Amai

de kat krakt de muis
een keukenvloer met een staart
zonder huid en haar

Corona kerstkrans

Het vileine virus bepaalde dit jaar
Velen moesten werken en verzorgen
Anderen hielden zich schuil, verborgen
Slechts weinig zagen wij elkaar

De donkere dagen braken aan
Dan plots een ster in de morgen
Hoop breekt aan voor onze zorgen
Kerst brengt ons op afstand saam

Rozijnen, sukade, kaneel en rode wijn
Verjaagt de plaaggeest in ‘t nieuwe jaar
Wildgebraad, vegetarisch, ein Glas im Steh’n

Het licht komt terug, nou reken maar
Geeft hoop dat we weer samen mogen zijn
Schijn over ons sterre helder en klaar