Hemelbestormers en herauten

In deze eerste Blog ga ik terug naar 1972. Na de democratiseringsacties en protesten tegen de Vietnamoorlog kwam nu het milieu ter sprake. De deskundigen die destijds in de Club van Rome zaten vielen in de smaak van mijn medestudenten, die met hun standpunten verdeeld waren over diverse organisaties, zoals Provo, de PSP, de CPN, de Bond Wetenschappelijk Arbeiders of die zich meer persoonlijk inzetten voor biodynamische producten of het milieu. De aulapocket “Rapport van de Club van Rome,  grenzen aan de groei” werd gretig gelezen. Wij waren hemelbestormers wars van autoriteiten en wilden de wereld verbeteren. De herauten van en rond deze Club waren onze helden, zoals Dennis Meadows, Aurelio Peccei, Alexander King, Indira Gandhi, U Thant, Jan Tinbergen, Margaret Mead, Paul Ehrlich, Ivan Illich en Noam Chomsky. We voelden ons sterk met zulke medestrijders. Het rapport benoemde de gevaren voor onze planeet, overbevolking, uitputting van hulpstoffen, vervuiling, dreigende voedseltekort, radioactief afval, het lood in de ijskap, DDT, de concentratie van CO2 in de atmosfeer.

Wat later dat jaar was ik op een verjaardag, iedereen in de kring met een drankje en een hapje. Een besef maakte zich die avond van mij meester dat de weg naar verbetering lang zou duren. Mijn vader en zijn broers, jongens die uit hun huis in Rotterdam waren weggebombardeerd, hadden zich inmiddels opgewerkt in mooie beroepen en banen. Ze lachten meesmuilend toen ik het Rapport inbracht. Alles werd gebagatelliseerd, ontkend, geloochend of verdrongen. Ze waren tevreden in hun nieuwe consumptiemaatschappij. Mijn oom die filosoof was, op zich een prima man om over van alles mee te praten, vond de aarde onuitputtelijk. Ja, jongens met een hoog streefniveau, maar toch deel uitmakend van de remmende grote massa in onze samenleving. 

Destijds een roepende in de woestijn, voel ik me na bijna vijftig jaar waarin de aarde verder geplunderd werd, weer een beetje optimistischer ten aanzien van de toekomst. Er zijn wereldwijd veel mensen in een breed kleurenpakket aan organisaties, die iets doen aan de instandhouding van moeder aarde. Het zijn nu niet meer alleen linkse intelligentsia. De beweging is veel breder, met opnieuw veel jongeren. Das is hoopvol. Laten we kijken naar Glasgow de komende week.

Gepubliceerd door Job de Jonge

Hij is geboren op 8 juli 1949 in het Rotterdam in opbouw 9 jaar na het bombardement. Zijn overgrootouders waren geworteld in Schouwen-Duiveland, IJsselmonde en de Hoeksche Waard. Hun kinderen en kleinkinderen trokken naar de grote stad Rotterdam of werden er geboren, zoals beide ouders van Job.Op Zuid bezocht hij na de lagere school het Johannes Calvijn Lyceum. In Rotterdam ontmoette hij zijn huidige vrouw Ida de Waard. Met haar heeft hij twee kinderen, drie kleinkinderen en één op komst.Sinds 1968, het jaar van democratisering, studeerde hij medicijnen aan de VU. Na zijn artsexamen in 1975 specialiseerde hij zich als psychiater en psychotherapeut met een groot accent op de kinderpsychiatrie. 35 jaar werkte hij als zodanig. Daarnaast was hij actief als bestuurslid in zijn beroepsverenigingen. Nu met pensioen heeft hij veel meer tijd voor andere zaken, die hem al eerder bezighielden, zoals contacten leggen, innerlijke verdieping via yoga, werken in de tuin, werken met bijen, het zoeken naar voorouders en het op kleine schaal deelnemen aan maatschappelijke zaken zoals biodiversiteit en milieu. Hij houdt van geschiedenis, filosofie, kunst en muziek. De laatste jaren schrijft hij gedichten.