De tuin van Cereshoeve

Onze tuin in Ruinen wordt nu het vierde jaar door ons beheerd. Cereshoeve, genoemd naar de Romeinse godin van de landbouw, leek een geschikte naam voor boerderij en erf. Het gaat om ¾ ha. De achterzijde, op het zuiden kijkend, wordt begrensd door een verwilderd stukje bos, wat de tuin nog groter maakt. Aan de westkant is een greppel met bomen en struiken erlangs, waarbij een aantal oude eiken de begrenzing domineren. Er staat van alles tussen, zoals hulst, wilg, berk, beuk, vuilboom een paar seringen en een gouden regen. Ook wat lagere stuiken, zoals liguster en kardinaalsmuts.

Plattegrond

Aan de westkant op de grens met de buren, wordt geleidelijk gebouwd aan een Drentse wal met takken en bladeren om het bodemleven te bevorderen en huisvesting te bieden aan kleinere dieren en vogels. Er zijn ook een paar compostplekken in deze westzijde geïntegreerd. Tussen de bomen en struiken kijkt men uit op een paardenweide, waar een deel van het jaar redelijk wat wilde bloemen in staan. Aan de westzijde van de tuin staat ook een aantal bijenkasten, met wat begroeiing erom heen, zoals Gelderse roos, kardinaalsmuts, jeneverbes en lijsterbes en wat kleinere perenbomen.

Wat dichter naar de woning in het voorste deel van de achtertuin wordt de grens met de buren afgescheiden door rododendrons en laurierkers. Vóór deze rododendrons en laurierkers is  een kruidentuin aangelegd, gebaseerd op middeleeuwse kloostertuinen. Deze wordt deels afgeschermd door beukenhagen, die overigens ook elders om de woonboerderij staan. In de kruidentuin staan, zowel tuinkruiden, als enkele groenten, maar vooral ook oorspronkelijk medische kruiden en wat kleinere boompjes zoals Japanse acers, jasmijn en roos.

Twee grotere bomen in de kruidentuin zijn appels die aansluiten. Het voorste deel van de achtertuin is ingericht als boomgaard, waarbij een aantal oudere hoogstammen uit de Betuwe is overgenomen. Het gaat vooral om oude rassen. De eerste twee rijen sluiten aan op de kruidentuin aan de west kant. Om de boomgaard wat meer te benadrukken hebben in de beukenhaag aan de oostkant een houten hek laten maken.

Onder de fruitbomen staan in het vroege voorjaar diverse bollen, zoals krokus, sneeuwklok, kievietsbloem en winterakoniet. Stinsen horen bij oude boerderijtuinen. De eerste bollen worden vroeg in het jaar bij zonnig weer bezocht door de bijen. Aan de rand van de boomgaard en deels in een schuur is een kippenhok met Wyandottes, die graag foerageren in de tuin en onder de bomen en struiken. Ze zorgen voor bemesting en halen flink wat plaagdieren weg

De oostkant van de tuin ligt aan een smalle weg, de historische Postweg, die ooit ook aansloot op een weg door het Dwingelderveld naar Groningen.

Aan de overzijde van de weg is een groot bosperceel deels verwilderd, deels beplant met bomen en struiken. Aan de oostzijde werd in de singel een bospad aangelegd. Tussen de hogere eiken, berken, wilgen, hazelaar, tamme kastanje, lijsterbes en hulst werden lagere bomen gepoot, zoals veldesdoorn, meidoorn, Drentse krent, sleedoorn, dennen, vuilboom, viburnum en acers. Verder staan er struiken, zoals mahonie, brem en veel beplanting, zoals diverse soorten varens, stinzenplanten, lelietje van dalen, geraniumsoorten, cyclamen, longkruid, dovenetel en epimedium. Mooie onderdelen zijn twee stukjes met diverse heide aanplant, gecombineerd met jeneverbes. Het hek is beplant met clematis, wilde wingerd, klimop en kamperfoelies. Het gaat wel wat jaren duren eer het hek geheel begroeid zal zijn.

In de achtertuin staan enkele grote oude eiken en deze zijn aangevuld met andere wat grotere bomen die we gepoot hebben zoals tamme kastanje, een groene en een rode beuk, enkele kersen, pruimen en lindebomen. In de tuin hebben we een deel van het gras vervangen door een vijftal ecologisch gemaaide percelen, die maar één keer per jaar gemaaid worden en in het begin zijn ingezaaid met mengsels van de Bolderik. Het gras blijft de neiging houden te domineren, maar soms zaaien we wat ratelaar in of voegen we wat zaad toe van mengsels. Het afgemaaide gras wordt verwijderd. Het is een project van lange adem. De rest van het gras wordt gemaaid en is wel verrijkt met timotee en klaversoorten.

Om het huis staan zoals gezegd beukenhagen en enkele hortensiasoorten, zoals de eik-hortensia en de Annabelle, afgewisseld met lampenpoetsersgras. Er staat ook een stuk met cotoneaster, skimmia en klimop. In de voortuin komen jaarlijks de dichtersnarcissen uit. Om de vlaggenmast is een perkje met rozen en kattenkruid. Om de voortuin heen staat een rand van carex met ijzerhard en  met schildblad. De vijver ligt langs het huis en vormt een belangrijke schakel voor insecten, kikkers, padden en salamanders. Naast het binnenpleintje bij de entree staat een mooie oude paardenkastanje.

De ondergrond van de tuin is complex, omdat ze op de grens lag van de gletsjer die in het tweede deel van het Saalien keileem en zand vanuit Zweden naar het zuiden schoof. We vinden veel brokken barnsteen-hars in de grond afkomstig van dennen uit Zweden. De op sommige punten dikke leemlaag zorgt, dat bij grote buien het water lang blijft staan. Veel bomen moeten vrij ver met hun wortels door de leemlaag hem komen. De begroeiing aan de randen van de tuin doen denken aan de Berken-Eikenbos gemeenschap of ook wel wat aan de Beuken-Eikenbosgemeenschap. We zien naast zomereiken, en berken, grove dennen, lijsterbes, sporkenhout, Amerikaanse vogelkers, bosbes, brede stekelvaren, pijpenstrootje, struikheide, carex, braam, hazelaar, beuk, krentenbomen, dalkruid, salomonszegel en lelietje-van-dalen. Bij het toevoegen van planten wordt rekening gehouden met de oorspronkelijke soorten.

Ja, buiten het bloemenmengsel hebben we meer dan 300 soorten verdeeld over tientallen families, die worden genoteerd in een database. Bij het maken van een bloeiboog bleek de gemiddelde voedseldekking voor wilde bijen 92%. De laatste lente en zomer (2021) werden zeer veel insecten waargenomen, zoals diverse libellen, hommels, wilde bijen, vlinders, sprinkhanen,  nachtvlinders, spinnen, vliegen en schrijvertjes. De zwaluwen scheerden over de tuin om zich te goed te doen.

Vogelsoorten zijn er volop zoals diverse mezensoorten, vinkensoorten, merels, lijsters, een puttertje, boomklevers, boomkruipers, Vlaamse gaaien, buizerds, ooievaars, tortels, houtduiven, te veel om op te noemen.

In het najaar waren al veel soorten paddenstoelen te zien, die met de (her)nieuwe soorten bomen en planten zullen uitbreiden.

Ruim drie jaar was de tuin in een pioniersfase, met veel ontwerpen, uitzoeken van de biotoop, bewerken grond, oplaten komen van oorspronkelijke vegetatie, aanplanten van bomen struiken en planten, komt de tuin in een nieuw fase van handhaving en onderhoud en het toewerken naar evenwicht. De tuin begint een ook rol te spelen in de gemeenschap, door gesprekken met mensen, die langs wandelen fietsen en door bezoekjes van nieuwsgierigen. De tuin wordt dit jaar ook opengesteld voor Groei en Bloei en later voor de groengroep in Ruinen om instructies te geven aan tuinliefhebbers. De tuin begint een eiland te worden, van waaruit insecten en vogels met de bereikbare omgeving in contact kunnen komen. Het Dwingelderveld ligt 800 meter weg en er loopt ook een natuurpad tussen onze weg en dit natuurgebied. Over een jaar of vier schat ik in, dat we in de fase van overvloed aan biodiversiteit komen met brede uitbreiding van soorten.

Job de Jonge

Gepubliceerd door Job de Jonge

Hij is geboren op 8 juli 1949 in het Rotterdam in opbouw 9 jaar na het bombardement. Zijn overgrootouders waren geworteld in Schouwen-Duiveland, IJsselmonde en de Hoeksche Waard. Hun kinderen en kleinkinderen trokken naar de grote stad Rotterdam of werden er geboren, zoals beide ouders van Job.Op Zuid bezocht hij na de lagere school het Johannes Calvijn Lyceum. In Rotterdam ontmoette hij zijn huidige vrouw Ida de Waard. Met haar heeft hij twee kinderen, drie kleinkinderen en één op komst.Sinds 1968, het jaar van democratisering, studeerde hij medicijnen aan de VU. Na zijn artsexamen in 1975 specialiseerde hij zich als psychiater en psychotherapeut met een groot accent op de kinderpsychiatrie. 35 jaar werkte hij als zodanig. Daarnaast was hij actief als bestuurslid in zijn beroepsverenigingen. Nu met pensioen heeft hij veel meer tijd voor andere zaken, die hem al eerder bezighielden, zoals contacten leggen, innerlijke verdieping via yoga, werken in de tuin, werken met bijen, het zoeken naar voorouders en het op kleine schaal deelnemen aan maatschappelijke zaken zoals biodiversiteit en milieu. Hij houdt van geschiedenis, filosofie, kunst en muziek. De laatste jaren schrijft hij gedichten.

Eén opmerking over 'De tuin van Cereshoeve'

Geef een reactieReactie annuleren