Schaamte en woede

Na een week oorlog in de Oekraïne valt het me zwaar om alleen over het milieu te schrijven. Buiten dat het milieu zwaar te lijden heeft onder de belasting met oorlogstuig, gaat het nu in de eerste plaats om de levens en het bestaan van mensen, van een geheel Europees volk, een graanrepubliek. Met schaamte en ergernis zie ik toe hoe het “Vrije Westen” op zijn tenen loopt. Bezorgde generaals lijken meer diplomaten dan vechtjassen. Kajsa Ollongren en Boris Johnson staan gênant met de mond vol tanden in de discussie met Oekraïners.

Laat ik ook mijn bewondering uitspreken voor de politici die, wakker geworden, saamhorig zijn en in korte tijd het Putinspook met zijn oligarchen proberen economisch te treffen. Militair laten ze de Oekraïners in de steek. De stoere taal van Biden lijkt niet op de vuist die Roosevelt en Churchill maakten, na de eerdere naïviteit van Chamberlain en de vleugellamme Volkenbond. Hitler en zijn Nazipartij hadden jaren vrij spel met hun Heim-ins-Reich-gedachten en annexaties. Ja, de VS en de EU laten Poetin al jaren wegkomen met zijn annexaties, onderdrukking van zijn eigen volk, het vergiftigen of uitschakelen van zijn tegenstanders en zijn ernstige oorlogsmisdaden in Syrië en nu in de Oekraïne.

Mijn vader en schoonvader boden verzet in de 2e Wereldoorlog. Mijn opa werd uit zijn Rotterdamse huis gebombardeerd door Nazi’s met stuka’s. Als kind werd ik geconfronteerd met de BB en de mogelijkheden van een atoomaanval van de Rus, met de neergeslagen Hongaarse opstand en de Tsjechische opstand. Ook deelde ik mee in de angst ontstaan tijdens de Cubacrisis. Als puber las ik de boeken over de Jodenvervolging door de Duitsers en ontdekte, dat vooral ook Rusland een grote geschiedenis had van antisemitisme. Als student raakte ik bekend met de rol die de gereformeerden en de communisten speelden in het verzet tegen de Nazi’s en hoorde ik de verhalen over de Februaristaking. Nu zie ik dit heroïsche verzet terug bij zeer veel Oekraïners, maar op veel grotere schaal en met meer moed.  

Tijdens mijn eerste jaren aan de VU waren veel studenten links, antiautoritair en democratiserend. In navolging van de studentenrellen in Parijs, kwamen er ook bij ons bezettingen en demonstraties, zoals tegen dictators in Spanje en Chili. Veel studenten waren geen lid meer van het corps, maar werden politiek actief in CPN, PPR en PSP. Er werd niet alleen gekeken naar het Oostblok, maar ook naar de Amerikanen en hun rol in Vietnam en hun steun aan junta’s in Zuid-Amerika. Er werd gediscussieerd over de ontaarding van het communisme onder Stalin, naar aanleiding van de boeken van Jean Elleinstein en  Solzjenitsyn. Dit stalinisme is thans vervangen door imperialisme van scherztsaar Poetin.  

Ten aanzien van het leger en de militaire dienstplicht waren er begin jaren zeventig twee stromingen in de studentenbeweging. Pacifisten en de “make peace no war” aanhangers stonden tegenover de mensen, die meer geloofden in een democratisch leger met een grote rol voor de dienstplichtigen. Ik behoorde tot de laatste groep en besloot gewoon in dienst te gaan. Dat heb ik gedaan, pas na mijn studie in 1976. Men ging toen uit van een aanval van de Rus. De dienstplichtigen waren destijds goed georganiseerd in de VVDM, de vakbond voor dienstplichtigen. Jaren lang ben ik reserveofficier gebleven en was ik paraat om op te komen, ook toen het niet meer verplicht was. Ik kreeg de mooie rang van Luitenant-Kolonel. Ik bleef actief tot 2008, het jaar dat Poetin Georgië binnenviel.

Ik heb me daarna geërgerd over niets ontziende bezuinigingen door voornamelijk kabinetten met VVD en CDA, die onze krijgsmacht hebben uitgekleed. Van drie divisies bij de landmacht zijn we naar een krappe drie brigades gegaan. Van de 56700 beroepsmilitairen en 45900 dienstplichtigen, waren er in 2017 nog maar 46900 beroeps inclusief reservisten over. Waar zijn de fregatten, waar zijn de vliegtuigen, waar zijn de pantsers? Onze mariniers zitten in het achterland. Kazernes zijn of worden gesloten.  

Logisch dat we militair gezien niet veel kunnen om de bedreigde Oekraïners te hulp te komen. Als oud reserve officier schaam ik me voor ons operetteleger, dat al eerder tekortschoot in Srebrenica. Ik hoop dat van links tot rechts er aandacht komt voor een krachtig leger met hernieuwde inzet van dienstplichtigen, die overigens ook andere zinvolle zaken kunnen doen. Militaire ondersteuning van de dappere mensen in de Oekraïne is nodig. De kolonnes van tanks van de Rus staan brutaal op de weg, het lijken in mijn ogen sitting ducks.  

www.jobdejonge.com

  

Gepubliceerd door Job de Jonge

Hij is geboren op 8 juli 1949 in het Rotterdam in opbouw 9 jaar na het bombardement. Zijn overgrootouders waren geworteld in Schouwen-Duiveland, IJsselmonde en de Hoeksche Waard. Hun kinderen en kleinkinderen trokken naar de grote stad Rotterdam of werden er geboren, zoals beide ouders van Job.Op Zuid bezocht hij na de lagere school het Johannes Calvijn Lyceum. In Rotterdam ontmoette hij zijn huidige vrouw Ida de Waard. Met haar heeft hij twee kinderen, drie kleinkinderen en één op komst.Sinds 1968, het jaar van democratisering, studeerde hij medicijnen aan de VU. Na zijn artsexamen in 1975 specialiseerde hij zich als psychiater en psychotherapeut met een groot accent op de kinderpsychiatrie. 35 jaar werkte hij als zodanig. Daarnaast was hij actief als bestuurslid in zijn beroepsverenigingen. Nu met pensioen heeft hij veel meer tijd voor andere zaken, die hem al eerder bezighielden, zoals contacten leggen, innerlijke verdieping via yoga, werken in de tuin, werken met bijen, het zoeken naar voorouders en het op kleine schaal deelnemen aan maatschappelijke zaken zoals biodiversiteit en milieu. Hij houdt van geschiedenis, filosofie, kunst en muziek. De laatste jaren schrijft hij gedichten.

Geef een reactieReactie annuleren